Als doorgewinterde rockchick loop ik zelfverzekerd door de gang. Een vette bas is hoorbaar en posters van bands sieren de muren. Ik trek de zware deur naar de zaal open waarna een strakke gitaarsolo mij verder naar binnen begeleidt. De band bestaat uit jongens van een jaar of 16. Aan de bar zitten de ‘jongens’ van mijn leeftijd. Ze tikken met hun vingers, knikken met hun hoofd en wiebelen met hun voeten, overduidelijk… muzikanten.
Ik weet nog dat ik als jong meisje droomde van een huwelijk met een stoere muzikant. En in tegenstelling tot schattige prinsessen meisjes wachtend op prins Charming, besloot ik actief opzoek te gaan naar mijn aanstaande. Dus vanaf mijn tienerjaren struinde ik elk concert, festival, muziekpodium en oefenruimte af, opzoek naar het ultieme podiumbeest.
Mijn blik dwaalt af naar de hysterische kerstverlichting rondom het podium. Het doet mij denken aan Disneyland Parijs. Mijn laatste bezoek aan Disneyland was een ware eyeopener. Ik had een ticket gekocht met het park in gedachte als een sprookjesachtig tafereel. Maar toen ik weer met Mickey Mouse oren op door het kasteel van Doornroosje liep en in no-time in absurd lange wachtrijen stond voor misselijkmakende attracties met afgrijselijk jengelende kinderen om mij heen, begreep ik niet hoe ik deze horror had kunnen vergeten. Ik besefte mij dat ik een selectief geheugen had.
Net als nu eigenlijk. Inmiddels weet ik hoe het is om een relatie te hebben met een muzikant, ik heb er verschillende uitgeprobeerd.
Mijn droom van een rock ‘n roll huwelijk is uiteindelijk ook zowaar uitgekomen. En stuk gegaan. Ik herinner mij opeens mijn eigen woorden direct na de scheiding:
“Ik neem nooit meer een relatie met een muzikant.” En nu sta ik als verse vrijgezel weer hier… in een muziekpodium. Ik heb alleen geen Mickey Mouse oren op.
Melanie Pelupessy