Je hebt mooie baby’s en … “lieve” baby’s. Het zal niemand verbazen dat ik als baby al extreem lief was en als ik mijn naaste omgeving mag geloven heb ik dat tot op de dag van vandaag uitstekend weten vol te houden. Daar was geen speciaal talent voor nodig, alleen volharding. Het houdt mijn leven bijzonder overzichtelijk en rustig; maatschappelijk en professioneel succes zijn sterk gecorreleerd met uiterlijke schoonheid en brengen vaak grote scharen bewonderaars, de kift en gedoe met zich mee.
Terwijl de “beautiful people” dezelfde overdrachtelijke metro als ik gebruiken, beweeg ik wel met veel minder gedoe door het poortje op de halte van aankomst. Nu zult u denken, min over jezelf spreken is de laagste vorm van zelfoverschatting, maar de werkelijkheid is toch anders. Ik zit echt niet te wachten op goedbedoelde, opbeurende complimenten en adviezen van perfecte lijfjes of daadkrachtige kaaklijnen. Ik ben nog steeds erg blij dat ik een lieve baby was.
Het is net als in Johnny Cash’ bekende liedje “A boy named Sue”. Als je een achterstand te overwinnen hebt, maakt je dat gefocust en bovendien, succes dat verkregen is door slim denken en handelen heeft nog steeds mijn voorkeur boven afhankelijkheid van de gunfactor van heimelijk seksueel verlangen. Boven de 40 (dames) en 50 (heren) kan alleen rijkdom nog het verlies aan deze X-Factor compenseren. Wij blije lieve baby’s stomen dan gewoon nog even door. De levenslange ervaring met het “niet zomaar komen aanwaaien van” komt dan bovengemiddeld van pas.
Ik weet het, èchte schoonheid zit van buiten en geluk zit in grote dingen (landhuizen, Ferrari’s, etc.), maar een ander spreekwoord vertelt ons dat degene die het laatst lacht, dat in de regel het beste doet.
Mein Gott, wat ga ik goed lachen!